Rond 1900 ziet de Brusselse Gabrielle (Gaby) Deman een huwelijk met commandant Albert Sillye, in Congo in dienst van koning Leopold, als enige uitweg uit haar burgerlijk bestaan bij haar ouders, hoe bevoorrecht dat ook is. Het eerste deel van dit breed opgezette boek bevat de brieven van Albert gedurende drie jaar en de voorbereiding van Gaby op haar leven in Afrika. In het tweede deel onderneemt Gaby als eerste blanke vrouw met haar man een reis dwars door Congo om een okapi te vinden voor koning Leopold. Zo leert ze zwarte mensen kennen, die door de kolonialen als tweederangs worden beschouwd. Hoewel ze aanvankelijk hun visie deelt, moet ze gaandeweg haar mening bijstellen en haar vooroordelen gedeeltelijk opzij zetten. Vooral boeiend door de beschrijving van de reis, het land en de mensen en minder door de persoonlijke lotgevallen van de naïeve Gaby. Enige kennis van het Frans is nodig. Achterin een lijstje met verklaringen van vreemde woorden. Met een foto van Gaby op de binnenkant van voor- en achterkaft. De auteur (1968) heeft haar debuutroman gebaseerd op historische gegevens.