Ik wist niet wie ik was, waar ik was en hoe ik op deze verlaten plek terecht was gekomen", zo lezen we aan het begin van Boy 7. Zonder te beseffen dat dit een codenaam is, doopt het hoofdpersonage zichzelf 'Boy 7'. Het boek leest als het spannende verslag van zijn zoektocht naar een antwoord op de vragen die met die ene zin worden opgeroepen. Na wat stom gepruts en gehannes met de punten op de schoolcomputer, een jeugdzonde, en een klacht van de school, komt Sam terecht in CooperationX, een heropvoedingsgesticht. Noodgedwongen verblijft hij er met een vijftal andere jongens van zijn leeftijd en samen worden ze klaargestoomd voor de toekomst. Wanneer iemand in opstand komt, verdwijnt hij voor enkele uren om vervolgens weer fris en monter, maar zo mak als een lammetje te verschijnen. Sam en zijn vriend Louis ('Boy 6') vertrouwen de boel niet en achterhalen stukje bij beetje de verschrikkelijke waarheid: door middel van een ingeplante chip worden ze om beurten ingezet om misdaden te plegen, die ze zich niet meer herinneren door tijdelijk geheugenverlies. Sam slaagt erin te ontsnappen, en in de spannende finale krijgt hij zijn geheugen en zijn herinneringen terug. Zijn vrienden zijn gered, maar de hoofdverdachten weten te ontsnappen.
Het klinkt allemaal vrij simpel, maar de manier waarop Mirjam Mous het verhaal heeft aangepakt is wel heel bijzonder. In het eerste deel van het verhaal wil Boy 7 koste wat het kost te weten komen wie hij is. Hij komt uiteindelijk bij de sleutel tot het geheim terecht: een blauwe notebook en een usb-stick, die hij in een kluisje op de bowlingbaan had verstopt. In dat dagboek staat hoe hij samen met Louis zijn ontsnapping heeft voorbereid en hoe ze het schrift hebben aangelegd als opslagplaats voor de herinneringen, die de manipulators telkens opnieuw wisten. Ook de stappen die hij zou kunnen zetten naar zijn bevrijding waren telkens zorgvuldig voorzien door de bewakers. Uit de bitterzoete epiloog blijkt dat de professoren die het gesticht leidden zelfs hun eigen dochter hebben gebruikt en ingezet.
Boy 7 is een herkenbaar hoofdpersonage, een vechter, die in het begin heel intuïtief een aantal daden stelt die onbegrijpelijk zijn voor de lezer, maar waarvan pas achteraf blijkt dat ze waren voorzien. De jongen blijkt echter trouw aan zijn vrienden en zijn familie. Het boek kent een boeiende structuur, waarbij de chronologie op zijn kop is gezet, en een interessant thema ? de manipulatie met ingeplante chips ? waarvan de realisatie misschien niet eens zó ver in de toekomst ligt. Het resultaat is een sf-roman met een politiek smaakje, want er worden niet alleen diefstallen gepleegd, maar de slechteriken proberen ook de computer van de president te kraken. Nóg grotere misdaden worden verijdeld, maar de daders blijven buiten schot. Spanning verzekerd. [Walter Schoonbaert]

Ergens in Amerika komt een 15-jarige jongen met zware hoofdpijn en een verstuikte enkel bij op een kale, snikhete grasvlakte. Hij weet niet waar of wie hij is. Met behulp van de inhoud van zijn rugzak vindt hij zijn verborgen notebook terug en komt hij zijn verleden op het spoor. Het lijkt erop dat hij als Boy 7 dat verleden deelt met zeven andere jongens, allemaal uitblinkers op een bepaald gebied. In dit verhaal wordt, in de ik-vorm, afwisselend het heden beschreven naast fragmenten uit het dagboek. Zo komt niet alleen de moedige en volhardende hoofdpersoon maar ook de lezer stukje bij beetje achter de gruwelijke gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden. Het verhaal bestaat uit vijf hoofdstukken, met een wijsheid als ondertitel, in modern, toegankelijk Nederlands gescheven. Ultramoderne techniek speelt een belangrijke rol en tevens wordt een kijkje in de Amerikaanse samenleving genomen. Buitengewoon spannend boek voor jongeren met sterke zenuwen. Vanaf ca. 13 jaar.